Aansluitend op de expo City Life van Museum Arnhem en CASA’s jaarthema De Gedeelde Stad gaf Kristian Koreman (ZUS) aan de hand van een drietal ‘projecten die geen projecten zijn’ een inspirerend antwoord op deze vraag. Lessen uit Rotterdam, New York en Medellín in Arnhem.
Weinig steden herbergen zoveel iconische architectuur als New York City. Het statige Empire State en joyeuze Chrystler Building vormen met de verwoeste Twin Towers slechts enkele van de vele bouwwerken die door foto’s, films en souvenirs in het collectieve geheugen staan gegrift. In 2017 kregen honderd kunstenaars en ontwerpers, waaronder ZUS, de vraag om een nieuw souvenir voor de stad te ontwerpen. Souvenirs zijn marketingtools, stelt Kristian Koreman. ‘Als een souvenir de stad vertegenwoordigt, is het maar een heel bepaald deel’. ZUS greep de opdracht aan om juist de onzichtbare stad inzichtelijk te maken. Dit resulteerde in een ontwerpvoorstel: House of the Homeless. Voor veel New Yorkers is het wonen in de stad een enorme opgave; zij zijn maandelijks meer dan de helft van hun inkomen kwijt aan woonlasten. Parallel aan de constant oplopende huis- en huurprijzen stijgt ook het aantal daklozen. De HotH-kolos biedt niet alleen alle 60.000 daklozen in de stad onderdak, maar ook tegenwicht aan de superslender woonnaalden, die nu op Manhattan verrijzen voor de superrijken. Koreman: ‘We hopen dat het nooit gebouwd wordt, het zou het grootste gebouw ter wereld zijn, het is een manifest’. Zo ook andere ‘projecten die geen projecten zijn’.
Na hun studie aan Larenstein verruilden Kristian Koreman en Elma van Boxel het ‘pittoreske Arnhem’ voor het rauwe Rotterdam. Daar vormden ze hun eigen ontwerpbureau dat zich richt op architectuur, stedenbouw, landschap en publieke ruimte, met name in stedelijke ‘conflictgebieden’ waar allerlei belangen botsen. Niet voor niets is het bureau – voluit Zones Urbaines Sensibles – vernoemd naar het eufemisme dat de Franse overheid gebruikt om de banlieus mee te beschrijven. De plek waar zij terechtkwamen met hun kantoor aan huis was niet veel beter. Een verlopen stuk stad in de buurt van Rotterdam CS met illegale clubs, criminaliteit, lege kantoren en veel infrastructuur. Tegelijkertijd lagen er claims van de gemeente en projectontwikkelaars op dit gebied. De crisis van 2008 gaf ruimte: onder het motto ‘wij waarderen afwaarderen’ ging ZUS de leegstand activeren in het Schieblock, een verweesd kantoorpand waar ze werkruimtes voor kleine ondernemers creëerden. Bescheiden bottom-up interventies vormden vervolgens de aanzet om ‘door middel van tijdelijkheden het hele gebied te transformeren’. Belangrijkste schakel hierin is de befaamde Luchtsingel, waarvan in 2011 het eerste stukje als ‘tijdelijke kunstwerk’ werd gerealiseerd. Dankzij een succesvolle crowdfunding actie is dit uitgegroeid tot een 400 meter lange langzaam verkeersbrug ‘voor mensen, niet voor auto’s’.
Inmiddels heeft de Luchtsingel een permanente plaats verworven in Rotterdams stedelijk weefsel. Deze high line vormt de ruggengraat van ‘een ecosysteem dat zich idealiter steeds beter in stand houdt’. Dat is in feite ook de strategie achter The Naked Museum in Medellín. In deze Colombiaanse miljoenenstad ging een tijd lang veel aandacht uit naar de sloppenwijken, met als gevolg dat de binnenstad onder de last van drugs, criminaliteit en prostitutie steeds verder wegzakte. Om dit tegen te gaan werd ‘met de beste bedoelingen een agressief gentrificatieproces ingezet’. Spil hierin was het Museum de Antioquia. De bekende beeldend kunstenaar Botero, die uit Medellín afkomstig is, schonk zijn collectie aan dit stadsmuseum, dat daardoor opeens een groot succes werd. De voorkant althans, de achterkant bleef slecht. Inmiddels was men vanuit het museum ‘wel met de mensen daar bezig’, bijvoorbeeld door prostituees hun eigen kleding te laten ontwerpen. In die lijn kreeg ZUS de opdracht een ontwerp te maken voor de parkeerplaats achter het museum. Vanuit het gegeven dat de binnentuin erg populair was, constateerden zij dat niet zozeer het gebouw zelf interessant is, maar zijn contramal. Vandaar The Naked Museum. ‘We hebben het publieke geraamte van het museum als infrastructuur voorgesteld, waar vervolgens allerlei functies aan gehangen kunnen worden’.
Publieke ruimte is belangrijk als basis voor het maken van de stad. De lessen die we hebben geleerd nemen we mee in onze projecten, concludeerde Koreman. Werken in de stad vereist een multidisciplinaire kijk. We moeten kennis met elkaar delen. Vandaar dat ZUS een Independant School heeft opgericht. ‘We willen blijven leren, we zijn nog jong’.
Foto’s: Rachelle Stoffels fotografie ©