Denkend aan Holland zie je bescheiden rijtjeshuizen braaf in het gelid staan, maar in feite is de gemiddelde Nederlander ruimer behuisd dan veel andere Europeanen. We zouden niet alleen toekunnen met minder vierkante meters, het kan bovendien ook duurzamer en socialer. Op 22 november organiseerde CASA in de reeks Heilige Huisjes een avond over meer samen, minder ik.
In 1892 maakte de Amsterdamse ‘Bouwmaatschappij van een Eigen Woning’ een groepsportret waar Jan met de pet en hoge heren met dito hoeden gebroederlijk bij elkaar staan. ‘Waar zijn die groepsportretten van vandaag?’, poneert hoofdspreker Arie Lengkeek, coauteur van het boek operatie wooncoöperatie dat eerder dit jaar verscheen. Niet in Nederland, of beter niet meer in Nederland. Want na een vliegende start eind negentiende eeuw werd de wooncoöperatie in feite de nek omgedraaid door de befaamde Woningwet uit 1901. Deze vormde de basis voor onze eens zo voorbeeldige volkshuisvesting, maar bepaalde ook dat woningverenigingen stichtingen moeten zijn. Door deze ‘fundamentele afslag’ geen direct eigenaarschap meer van de bewoners, wel woningcorporaties die hun bezit in het huidige bestel gewoon mogen verkopen aan beleggers en speculanten. De coöperatie is op allerlei gebieden (voedsel, vervoer, energie) weer hip in Nederland volgens Lengkeek, maar niet in de huisvesting, want dat is te complex. De vraag is echter: hoe willen we met elkaar leven? Deze vraag leidt tot een andere manier van wonen in de stad. Voor goede voorbeelden hoeven we maar over de grens te kijken: naar Duitsland en iets verder naar Zwitserland en Oostenrijk, waar wooncoöperaties een integraal en vooral vitaal onderdeel uitmaken van systeem en stad. München, Zürich en Wenen, ‘het Walhalla van de betaalbare woning’ gelden niet voor niets als de meest leefbare steden ter wereld. ‘Daar hebben ze heel goed begrepen dat de economie van het wonen en de economie van de stad zo ongeveer over elkaar liggen’. Hier staan ook de projecten die Lengkeek en mede- auteur Peter Kuenzli opvoeren. Stuk voor stuk voorbeelden van duurzaamheid, diversiteit, kwaliteit en betaalbaarheid. In Nederland zijn vergelijkbare projecten op één hand te tellen. We mogen ons hier in de regio Arnhem -Nijmegen gelukkig prijzen met de Woningbouwvereniging Gelderland (WBVG), die ‘als moederschip voor gemeenschappelijk wonen, een prachtig model vormt in de Nederlandse context’.
Tekst gaat verder onder foto’s.
Foto’s: Rachelle Stoffels Fotografie
Een bruggenhoofd of een brug te ver? In de discussie na Lengkeeks presentatie werd de vertaalslag naar Arnhem gemaakt. Onze stad bestaat inmiddels voor vijftig procent uit eenpersoonshuishoudens en dat aantal groeit. “Een eigen huis een plek onder de zon”, hoe lang is dat nog houdbaar en wenselijk?
We kampen nu al met een gebrek aan ruimte in de stad, zodra we voor al die eenpersoonshuishoudens een individuele woning gaan bouwen al helemaal. Vormt ‘gemeenschappelijk wonen’ een antwoord op de wooncrisis? ‘Het hele probleem kan ermee opgelost worden’ stelt Bernard Smits, directeur van de WBVG. Of het nou een wooncoöperatie is met eigen bezit of een beheerconstructie onder een corporatie maakt hem niet veel uit. ‘De gedachte erachter, het collectief wonen, biedt tal van mogelijkheden’. Architect Peter Groot, betrokken bij een aantal ‘alternatieve’ woonprojecten beaamt dat. ‘De toekomst ligt in gedeeld wonen, we kunnen met veel minder af en het levert ook veel meer op voor de stad, omdat je gemeenschap creëert. Architect Wilbert de Haan ziet bovendien dat het zowel past in een trend waarin de overheid steeds meer zelfredzaamheid verwacht alsook dat mensen bezig zijn met zingeving in hun eigen leefomgeving.
Het nieuwe coalitieakkoord biedt volgens Jorian Bakker van GroenLinks voldoende haken om met nieuwe woonvormen te experimenteren, maar hij ziet wel enkele uitdagingen. Gemeenschappelijk wonen is (nog) geen gemeengoed, hoe zorg je voor een kantelpunt? Met de WBVG hebben jullie al een mooi voorbeeld met de nodige ontwikkelexpertise, aldus Lengkeek. ‘Als stad kun je bestemmingsplannen vaststellen en ga met de lokale corporaties aan tafel. Het is voor hen ook een mogelijkheid om meer divers te worden. Zorg ervoor dat ze niet de hele tijd als een kip op de eieren blijven zitten maar ook dat koekoeksei eens gaan uitbroeden’. Willen lokale corporaties een rol spelen in het stimuleren van alternatieve woonvormen? Jazeker, zegt Joost Wools van Portaal Arnhem, ‘het past in ons straatje’. Het meest recente voorbeeld is Elderburen, waar vooral veel ouderen wonen. CASA’s huisdichter Jesse Laport, die ieder Heilig Huisje afsluit met stichtende woorden of een donderpreek, ziet hen als het lichtend voorbeeld: wij zijn eilandjes gewórden en wensen onze eigen huizen. Zij spelen meer dan wij ooit samen!
Hoofdspreker Arie Lengkeek
Sociaalgeograaf en planoloog Arie Lengkeek is werkzaam als programmamaker en onderzoeker. Na zijn studie ontwikkelde hij zich in de richting van culturele planologie: ruimtelijke veranderingen verrijken, versterken en verdichten door ze als een culturele opgave te benaderen. Onder de naam commongrounds werkt hij aan onderzoek en praktijk van de commons. Zijn drijfveer is het ontwikkelen van nieuwe commons als oefenplaatsen voor de stad van morgen. In 2016 legde hij met Peter Kuenzli en initiatiefnemer Ninke Happel de basis voor het Rotterdams Woongenootschap. Begin dit jaar verscheen het boek Operatie Wooncoöperatie, dat Lengkeek met Kuenzli schreef en put uit een schat aan ervaringen, inzichten en inspanningen om de commons concreet te maken.
Operatie Wooncoöperatie
Operatie Wooncoöperatie vertelt de geschiedenis van ons wonen, waarom de wooncoöperatie uit beeld verdween en hoe de wooncrisis tot stand kwam. De oplossingen voor het gebrek aan betaalbare woningen die markt en politiek voorstellen, pakken de symptomen aan, maar bieden geen structurele vernieuwing. Dit boek stelt de gemeenschapseconomie centraal en positioneert de ‘wooncoöperatie’ als een alternatief tussen huur en koop. Niet de vraag ‘hoe wil ik wonen?’, maar het gezamenlijk vormgeven aan de vraag ‘hoe willen wij samenleven?’ is daarin leidend. Aan de hand van tien voorbeelden uit München, Wenen en Zürich wordt aangetoond dat het echt anders kan; uit de wooncrisis door gemeenschappelijk bezit.
Uitgegeven door trancityxvaliz, 2022, ISBN 978-94-93246-06-5, www.valiz.nl
Heilige Huisjes
Onder het motto Heilige Huisjes gaat CASA in 2022 op zoek naar (onorthodoxe) oplossingen voor de huidige woonopgave. Er moeten keuzes gemaakt worden, dus wat is er dan nog heilig?
Deze programmareeks wordt mede mogelijk gemaakt door het Stimuleringsfonds voor Creatieve Industrie.